Crash van de Wellington IV Z1495 BH-J nabij de Guurtjeslaan te Bergen.
Crash van de Vickers Wellington IV Z1495 BH-J nabij de Guurtjeslaan te Bergen.
Datum crash: 25-11-1942
Tijdstip: 13.28 uur
Datum foto: 25-11-2020
Tijdstip: 13.28 uur
Bemanning van de Vickers Wellington IV Z1495 BH-J:
Positie | Rank | Name | Status |
Pilot | Sergeant | Wladyslaw Kazimierczak | Prisoner of War |
Observer/ Bombardier | Flight Officer | Jan Gerstel | Prisoner of War |
Radio Operator | Sergeant | Józef Skoniecny | Died in prison |
Tail Gunner | Sergeant | Czeslaw Gębaczka | Killed |
Nose cone Gunner | Sergeant | Stanislaw Ablamowicz | Prisoner of War |
Het verhaal van de Vickers Wellington IV Z1495 BH-J;
Op 25 november 1942 kregen de bemanningen van 300ste Poolse Squadron de opdracht om Essen te bombarderen. Deze operatie was er een bij daglicht en werd uitgevoerd onder minder goede weersomstandigheden voor aanvallende vliegtuigen. De bewolking was hoger dan de vlieghoogte waardoor ze niet konden profiteren van de bescherming van het wolkendek.
Op weg naar het doel in Essen begon de Wellington van Piloot Kazimierczak boven Nederland plotseling hevig te trillen. Al snel werd het de bemanning duidelijk dat ze waren geraakt door het luchtafweergeschut. Omdat de bewolking hoger dan de vlieghoogte was, konden ze daar geen bescherming vinden en de piloot besloot te dalen om op boomtopniveau te vliegen en zo de bescherming te zoeken.
De staartschutter Czeslaw Gębaczka riep door de intercom “Luchtafweergeschut van stuurboord” en hij vervolgde bijna gelijktijdig “En van bakboord”. Ze waren een makkelijke prooi geworden voor het Duitse Luchtafweer. De piloot bereidde zich voor om de bommen af te werpen om zo lichter te zijn en sneller uit de voeten te kunnen. Plotseling voelde hij zijn rechterbeen gevoelloos worden en hij wist meteen dat hij gewond was. Hij opende de bommendeuren maar zag een Nederlands dorp beneden hem. Hij wierp de bommen op een leeg veld verderop en zette koers naar huis maar vrijwel gelijktijdig hoorde hij de radiotelegrafist zeggen “Stuurboord motor in brand” en hij zette onmiddellijk de brandblusser aan.
De aangeschoten Wellington was een makkelijk doelwit voor de Duitse luchtafweer bemanningen geworden. De piloot kon met slechts één been de roerpedalen bedienen waardoor hij hem niet onder controle kon houden. “Bakmotor in brand” – schreeuwde een stem via de intercom. “Brand in de romp” – voegde dezelfde stem seconden later toe. De situatie werd met de minuut slechter en de navigator liet de schutter uit de voorste koepel komen. “We gaan een noodlanding maken!” schreeuwde hij.
De machine glijdt langzaam weg verliest hoogte en boven het Bergerbos is er geen houden meer aan. Het raakt de boomtoppen en even later gaat de kist onder groot geraas neer in het weiland de “Vinkenkrocht” aan de Breelaan. Op het weiland aan de bosrand staan veel gecamoufleerde voormalige Nederlandse barakken, die nu in gebruik zijn bij de Duitsers. Het vliegtuig komt met een hels kabaal neer precies tussen twee barakken en onmiddellijk ontstaat een grote brand. Kazimierczak dacht dit moet het einde zijn. Hij wist niet meer hoe lang hij weg was, maar toen hij zijn ogen opendeed, realiseerde hij zich dat de neus van de Wellington afgescheurd moest zijn, want hij zat in zijn pilotenstoel op de grond in het weiland in de open lucht.
Hij draaide zich verbaast om en zag dat het vliegtuig in brand stond. Snel probeerde hij overeind te komen, maar viel meteen neer. Zijn rechterbeen was op een afschuwelijke manier gewond en zat nauwelijks nog vast aan de rest van zijn lichaam. Hij probeerde weg te kruipen van het brandende wrak toen twee Duitse soldaten hun geweren op hem richtten. Hij vroeg om hulp en ze pakten hem bij de armen en sleepten hem achter een van de lange houten hutten. Net op tijd want enkele seconden later explodeerden de brandstoftanks en hij verloor het bewustzijn. Toen hij bijkwam lag hij al in een ambulance.
Naast hem lagen de navigator, bommenrichter en radiotelegrafist. Ze mistten de staartschutter, Czeslaw Gebaczka, en bedachten zich dat die in de vlammen moet zijn omgekomen. Een Duitse soldaat opent de deur van de ambulance en vraagt “Hoeveel mensen waren er aan boord?” “Vijf”, antwoordde de piloot. “Dan is er één van jullie dood”, bevestigde de Duitser hun ergste verwachtingen.
Radio Operator Józef Skoniecny was door de crash hevig verbrand hij wordt naar een krijgsgevangenenkamp in het Duitse Thüringen gebracht. Daar verslechterd zijn toestand dermate erg dat hij weer wordt opgenomen in een ziekenhuis waar hij op 6 februari 1943 alsnog overlijdt. Józef werd 38 jaar.
De Piloot Karmierczak is zodanig ernstig gewond aan zijn been dat zijn been wordt geamputeerd. Door die amputatie wordt hij door de Duitsers niet meer geschikt geacht voor militaire dienst en hij wordt in een gevangenruil, georganiseerd door het Zwitserse Rode Kruis vrijgelaten.
De twee Geallieerden vliegeniers zijn niet de enige doden die vallen door de crash. Een dag later overlijdt een 9-jarige jongen, Wim Dolfer, nadat hij witte tabletten uit de Wellington had gegeten. Wim Doffer, de zoon van Adriaan Doffer, woonde aan de Achterweg in Bergen, en was getuige van de nasleep van de crash. In de loop van de middag wordt de jongen opeens misselijk. ‘s Avonds verslechtert de toestand van de jongen en zijn ouders waarschuwen dokter Poot. De dokter komt meteen, maar kan weinig doen en als hij overweegt de jongen naar het ziekenhuis te laten overbrengen sterft het kereltje onder zijn handen. De jongen was bij het vliegtuigwrak wezen kijken Daar had hij witte pillen gevonden en deze opgegeten, denkend dat het snoep was. Later bleken het tabletten te zijn om zeewater drinkbaar te maken.